Op het balkon van Caspar Janssen, gelegen op de eerste verdieping in de Amsterdamse Rivierenbuurt, stonden lege flessen en een krat bier.
Maar alles veranderde toen de natuurjournalist besloot een experiment aan te gaan. Hij raadpleegde verschillende experts om advies over hoe hij zijn balkon het meest gunstig kon inrichten om insecten en vogels te ondersteunen. Hij wilde weten welke planten vlinders en bijen van nectar en stuifmeel voorzien, welke planten geliefd zijn bij vogels vanwege hun bessen, en wat nog meer goede manieren zijn om de dieren te helpen.
Caspar noteerde zorgvuldig welke soorten hij op zijn balkon zag verschijnen. Hij deelde zijn ontdekkingen in een maandelijkse column in De Volkskrant en bundelde die columns later in het boek ‘Het Bijenbalkon’.
Tips van Caspar: Wilde marjolein Grote tijm Hemelsleutel Gevlekt longkruid Hefstaster
De belangrijkste aanleiding voor het project was de wereldwijde dreigende bestuivingscrisis en alarmerende berichten over een dramatische achteruitgang van insecten. Her en der in het land zag hij mensen die zelf aan de slag gingen om daar iets aan te doen, die op hun eigen grond, landgoed en tuin, oases voor biodiversiteit maakten. Dat leek Caspar ook wel wat. Maar hij had slechts een balkon op het zuiden. Dus begon hij als onervaren tuinier, op zijn eigen tien meter bij 1.10 meter.
Het project liep danig uit de hand. Het was bedoeld als experiment, voor hoogstens twee jaar. Hij beschreef in de krant de stappen die hij nam, tegen welke dilemma’s hij aanliep, wat hij leerde, over de mislukkingen en de successen. En nu, door het jaar heen inmiddels honderden soorten bijen, vlinders, vogels, zweefvliegen en andere beestjes op zijn balkon, vaak in flinke aantallen.
Vogels bezoeken zijn balkon ook volop, zijn voedertafel in de winter en in het voorjaar. Merels en meesjes komen op warme dagen ook badderen in de waterschotel. Het bijenhotel is bijna vol, dichtgemetseld, vooral door rosse metselbijen en gehoornde metselbijen. Het bijenbalkon is volop in bedrijf.
Toen Caspar begon wist hij het een en ander van natuur, maar niets van tuinieren. Zijn soortenkennis schoot ook danig tekort. 350 soorten wilde bijen zijn er in Nederland, 330 soorten zweefvliegen. Terwijl nog altijd veel mensen niet verder komen dan de hommel, de bijen en de zweefvlieg. En met die bij wordt dan meestal de honingbij bedoeld, de enige bijensoort die juist niet wild is, maar een gehouden dier, een landbouwdier. Hem ging het om de wilde bijen, die hebben zelfs last van een teveel aan imkers en honingbijen. Ze concurreren immers om hetzelfde voedsel. Wie iets wil doen voor bestuivers en de kwaliteit van de bestuiving moet vooral niet gaan imkeren. Wat wel helpt: meer wilde inheemse biologische planten.
Hij wilde zo duurzaam mogelijk balkonieren, dus moesten de potten en de potgrond ook duurzaam zijn. Hij kwam uit op potten van gerecycled kunststof, ook omdat die licht van gewicht zijn. Welke potgrond dan? Nog altijd zit in bijna alle potgrond die in tuincentra wordt verkocht turf. Turf is gedroogd veen. Gewonnen in veengebieden in, vooral, Oost-Europese landen. Bij het ontwateren en afgraven komen enorme hoeveelheden CO2 vrij. Dat kan echt niet meer, vanwege het klimaatprobleem, maar ook omdat hij geen bijen naar zijn balkon wil lokken als daar elders natuur door wordt vernield. Op zoek naar alternatieven dus. Zo ging hij naar het park, om molshopen – prima grond – op te scheppen. Uiteindelijk vond Caspar potgrond die niet op basis van turf is gemaakt, van Bio-Kultura, maar hij gebruikte ook grond op basis van bladaarde, en compost, wormenmest en zelfs gewone tuinaarde. En hij deed aan hergebruik: grond gooide hij niet weg, maar mengde dat weer met compost of nieuwe potgrond. Met slechts incidenteel een heel klein beetje organische bemesting. Het nettoresultaat: alle planten op zijn balkon deden het prima.
Op internet, door te lezen, door te bellen met kenners en ze uit te nodigen, kwam Caspar tot een selectie van planten die geschikt waren voor het balkon, en vooral: die aantrekkelijk zijn voor bijen en vlinders. Het was vallen en opstaan, Hij heeft zijn zoektocht uitgebreid beschreven in Het bijenbalkon (inclusief adressen en relevante websites).
Het was de kunst om de bijenboog gespannen te houden, om niet alleen voedselaanbod te hebben in de zomer, maar ook in het vroege voorjaar en het late najaar. Zo maak je het verschil. Dus waren in het vroege voorjaar het gevlekt longkruid, de dovenetels (paars, wit, geel), het beemdkroon en smeerwortel de bloeiende hoofdpersonages, in het najaar laatbloeiers als hemelsleutel en herfstasters. Uit de duizenden beschikbare plantensoorten koos hij door reduceren en deduceren. Geen, of zo weinig mogelijk cultivars, geen of zo weinig mogelijk exoten, zoveel mogelijk inheemse planten dus, en dan nog planten met veel nectar en stuifmeel voor wilde bijen en vlinders. Naast vaste planten (van particulieren en van kwekers) kocht of kreeg Caspar ook zadenmengsels met zaden van wilde planten. Nog een voordeel van wilde planten: ze zijn biologisch. Dat is van belang. Want helaas bevatten veel gekweekte, niet biologische planten uit tuincentra nog altijd resten van pesticiden en andere middelen die juist schadelijk zijn voor insecten, die zelfs bedoeld zijn om schadelijk te zijn.
Caspar heeft tussen deze plantenoase zelfs een plekje om heerlijk te kunnen genieten van al dit moois. De reling hangt vol met plantenbakken. Met veel kruiden, zoals wilde marjolein en grote tijm, echte magneten voor bijen. Om nog maar wat aanraders te noemen: duifkruid, kattenkruid, grote centaurie, vingerhoedskruid, margriet, korenbloem, veldsalie, verbena, verschillende soorten kaasjeskruid en klokjesbloemen. Een stuk of veertig plantensoorten staan hier nu. Wat hij ook leerde: het ideale bijenbalkon heeft nauwelijks felle kleuren, wel hangt er een schitterende blauw-roze-paarse gloed overheen, met een enkel geel element. De volgende stap op zijn programma is een kleine regenton die hij aansluit op de regenpijp. Dat scheelt weer kraanwater. Het leren gaat door.
Caspar kocht een bijenhotel van Natuurmonumenten bij Vivara. Plaatste dat op een warme beschutte plek in de zon. Al in het tweede jaar waren alle gaatjes dichtgemetseld en werd het hotel goed gebruikt. Inmiddels heeft hij er veel verschillende soorten bijen kunnen waarnemen. Een gezellige boel.
Verkooppunten voor eerlijke producten om de biodiversiteit een handje te helpen:
Kas&Co, Wildeplanten kwekerij
Kromme Rade 5
1241 LK Kortenhoef
email: groenloket@altijdwerkplaats.nl
Planten kunnen altijd aangeschaft worden, betaalmogelijkheid staat ter plaatse vermeld. Vrijwilligers zijn vaak op dinsdag, vrijdag en zaterdag aanwezig. Of op afspraak via bovenstaand e-mail,
Kwekerij Krijn Spaan
Kortenhoefsedijk 171
1241 LZ Kortenhoef
Bij Kwekerij Krijn Spaan gebruikt men eco-producten. Ze tuinieren volgens de wetten van de natuur. Dit houdt in dat ze geen bestrijdingsmiddelen en remstoffen gebruiken en ziektes en schimmels op een natuurlijke manier bestrijden.
Goody Food
Noordse Bosje 11
1211 BD Hilversum
Verkoopt bloemen, kruiden en groentenzaden van biologisch dynamische kweker De Bolster. Zakken potgrond en tuinaarde van Bio-Kultura en biologische compost van Puur NL. In het voorjaar verkopen ze biologische bloembollen, maar ook vaste planten (fruitstruiken, kruiden en inheemse bloemen). Alles biologisch.
Agnes Kruiden
Dorpsweg 264achter
3738 CN Maartensdijk
Open: wo van 13 tot 16 uur, za van 10 tot 16 uur (van 1 apr tot okt)
Agnes Kruiden kweekt vaste en eenjarige planten op biologische wijze in de historische moestuin van landgoed Eyckenstein.
Land en Boschzigt
Leeuwenlaan 34
1243 KB ’s-Graveland
In de winkel verkoopt men Bio-Kultura potgrond en compost, maar ook bloemen, groente en kruidenzaden van biologisch dynamische kwekerij De Bolster. Bij de kas van Land en Boschzigt verkoopt men in de lente en zomer ook aardbeienplanten, groenten en vaste bloemen (wat over is van het land)
Bronvermelding
Groei & Bloei.
Meer info: Het bijenbalkon, Caspar Janssen
(Uitgeverij Atlas Contact €17,50)